Claudius Galenus was een Grieks/Romeinse arts die een belangrijke rol heeft gehad in de Westerse geneeskunde. Zijn systeem heeft de medische wetenschap voor bijna 1500 jaar gedomineerd.
Op 17-jarige leeftijd begon hij aan zijn studie. Vier jaar later vertrok hij naar in die tijd belangrijke medische centra om zijn studie voort te zetten. Na een verblijf van ruim vijf jaar in Alexandrië keerde hij in 160 weer terug naar Pergamum, waar hij op 17-jarige leeftijd zijn studie was begonnen. Daar werd hij aangesteld als arts van gladiatoren die in het amfitheater van de stad vochten. In 164 vertrok Galenus naar Rome. Daar zou hij uiteindelijk uitgroeien tot een zeer succesvol arts. Zelfs de Romeinse keizers maakten gebruik van zijn diensten.
Centraal in het denken van Galenus stond het gedachtegoed van Hippocrates’ theorie dat het menselijk lichaam gevuld is met vier lichaamssappen, slijm, bloed, gele gal en zwarte gal, en dat elk sap een bepaald temperament vertegenwoordigt. Onbalans in hoeveelheden van een of meer van deze sappen zou ziekte en andere stoornissen veroorzaken. Zo'n gebrek aan evenwicht werd behandeld door middel van een dieet. Nieuw was dat Galenus deze sappen koppelde aan vier grondkwaliteiten: warm, koud, vochtig en droog.
Slijm: koud en vochtig
Bloed: warm en vochtig
Gele gal: warm en droog
Zwarte gal: koud en droog
Omdat Galenus veel waarde hechtte aan waarnemingen deed hij veel experimenten op dieren. Zo toonde hij aan dat plas niet in de blaas maar in de nieren werd gevormd. En zo had hij nog meer ontdekkingen door het gebruik van waarnemingen.
Gedurende het leven van de arts schreef hij zo’n 500 boeken waarvan er meer dan 100 bekend zijn. De boeken gingen niet alleen over geneeskunde maar ook over andere onderwerpen waarin hij zich interesseerde zoals filosofie, taalkunde, grammatica en retorica.

Maak jouw eigen website met JouwWeb